Ik werk afwisselend in de Zuid-Franse Corréze, in het dorpje Voutezac-en-Corréze en in het Limburgse maasdorp Broekhuizenvorst. Voutezac en omgeving wordt voornamelijk bewoont door boeren die kleinschalig hun land bewerken, omdat grootschalige landbouw op de steile hellingen niet mogelijk is. Eeuwen geleden was dit een bekend wijngebied. De Corréze is een erg rustig niet toeristisch natuurgebied.  In het dorp wordt van je verwacht dat je de handen uit de mouwen steekt als men tijdens de oogstmaanden om hulp verlegen zit. Overigens is dit een prachtige manier om met iedereen in het dorp een goede band op te bouwen. Iedereen hier stookt op hout omdat hout in ruime mate voorhanden is. Iedere boerderij of boerenwoning heeft een enorme cantou (open haard) in de woonkamer. In vroegere tijden konden de boer en de boerin plaats nemen aan weerskanten van het houtvuur en zich zo op deze manier lekker warm houden. Vaak zit er in de achtermuur van de cantou ook nog een klein 'spionnenraampje' waardoor het mogelijk was om de bewegingen in het dorp waar te nemen. Het stoken van een pottenbakkersoven/houtoven is hier dus nooit een probleem, integendeel men vindt het spannend en omdat het stoken van een oven soms enkele dagen duurt is men graag bereid om mee te helpen stoken.

Mijn keramische sculpturen worden vervaardigd van steengoedklei en de rauwe scherf wordt met silicaat en synthetische glazuurpigmenten bewerkt en vervolgens eenmalig op 1200 graden gebakken in een pottenbakkersoven/houtoven. De klei heeft dan op deze hoge temperatuur een sintering ondergaan waardoor de beelden weersbestendig worden.

 

De keramische sculpturen met motieven als portretten, vlinders, olifanten en vissen worden voor de brand beschilderd met onderglazuren en glazuurpigmenten en daarna komt er een semi-transparante dikke glazuur overheen en gebakken op 1100 graden in een pottenbakkersoven/houtoven. De kleisoort die ik gebruik is steengoedklei.